Zoals de naam al aangeeft, heeft een immunosuppressieve therapie tot doel de activiteit van het immuunsysteem te verminderen. Bij lupus is er namelijk sprake van een "hyperactivatie" van het immuunsysteem, waaronder bepaalde witte bloedcellen die lymfocyten worden genoemd. Veel immunosuppressieve behandelingen richten zich daarom op deze lymfocyten en beogen hun aantal en activiteit te verminderen. Hoewel sommige van deze immunosuppressiva in hogere doseringen in de oncologie kunnen worden gebruikt, mag de term "chemotherapie" (tegen kanker) niet worden gebruikt wanneer deze geneesmiddelen bij lupus worden voorgeschreven.
De belangrijkste immunosuppressiva die bij lupus worden gebruikt zijn::
Methotrexaat, oraal (als tablet) ingenomen of onderhuids toegediend via een injectie,
Azathioprine tabletten.
Cyclofosfamide, voornamelijk als intraveneuze toediening (infuua) en minder vaak oraal.
Mycofenolzuur tabletten.
Methotrexaat wordt vooral gebruikt bij ernstige gewrichtsschade. Azathioprine, cyclofosfamide en mycofenolzuur worden voorgeschreven bij andere vormen van lupus met ernstige orgaan betrokkenheid (nierschade, neurologische schade).
Erwin Wodicka, Siedlerzeile 3, A-4062 Thening, Austria, Tel. + 43 676 5103678
Immunosuppressieve therapie vermindert de activiteit van het immuunsysteem dat bij lupus hyperactief is. Veel van deze behandelingen richten zich op lymfocyten om hun aantal en activiteit te verminderen. Hoewel sommige van deze immunosuppressiva in hogere doseringen in de oncologie kunnen worden gebruikt, mag de term "chemotherapie" niet worden gebruikt wanneer deze geneesmiddelen bij lupus worden voorgeschreven.