Nee. Blootstelling aan de zon wordt sterk afgeraden als je lupus hebt. Bescherming tegen de zon is belangrijk voor alle patiënten, zelfs voor degenen met lupus die nooit huidverschijnselen hebben gehad.

Bij blootstelling aan zonlicht kan de huid van lupuspatiënten overreageren. De zon bevordert dan een lupusuitslag op delen van de aan licht blootgestelde huid die niet in verhouding staat tot de mate van blootstelling aan de zon. Deze gevoeligheid voor zonlicht (fotosensitiviteit) is soms de eerste manifestatie van lupus. Blootstelling aan de zon kan ook leiden tot een terugval van de ziekte en het optreden van andere verschijnselen, zoals gewrichtsklachten, vermoeidheid en misschien ernstiger schade. Deze verschijnselen treden vaak enkele weken of zelfs maanden na blootstelling aan de zon op. Lupus opvlammingen komen dus vaker voor in de herfst en het begin van de winter. De vertraging tussen de blootstelling aan de zon en het optreden van de opvlamming van lupus verklaart waarom de patiënt het verband tussen beide vaak niet legt.

Wat te doen

> Vermijd zonnebaden en het bezoeken van plaatsen waar veel weerkaatsing is, zoals de zee, hoge bergen (sneeuw en water reflecteren de ultraviolette (UV) stralen van de zon)

> Ga niet naar buiten en stel u niet bloot aan de zon tijdens de warmste uren van de dag, tussen 12.00 en 16.00 uur, wanneer de ultraviolette straling (UV) maximaal is.

> Draag geen witte, natte of loshangende kleren, want die trekken de zonnestralen gevaarlijk aan en het wit weerkaatst het licht.

> Denk niet dat een paraplu alleen voldoende is voor een effectieve bescherming, want zand en water weerkaatsen de zonnestralen.

> Smeer gezicht en lichaam in met zonbeschermingsmiddelen met een maximale beschermingsfactor (50+), die beschermt tegen UVA- en UVB-stralen.

Om effectief te zijn moet het zonbeschermingsmiddel aangebracht worden:

• om de 2 uur en na elke zwembeurt worden vernieuwd,
• zelfs bij bewolkt weer, omdat bijna 80% van de UVB-stralen door wolken, mist en nevel heengaan,
• zelfs onder een paraplu.

> Draag bij voorkeur droge kleding, strak geweven (katoen, jeans) en donkere kleuren. Er is ook UV-werende kleding en UV-werend wasmiddel in de handel

> Let erop dat T-shirts de armen niet beschermen en dat u de voorkeur geeft aan lange mouwen. Evenzo verdient een lange broek de voorkeur boven een korte broek.

> Bescherm het gezicht met een breedgerande hoed of een pet met vizier en de ogen met een zonnebril met UVA/UVB-filter.

> Vermijd licht(over)gevoeligheid veroorzakende geneesmiddelen: cremes (niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen en fenothiazine), en tabletten (niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen, cyclines, quinolonen).

> Bij afwezigheid van de zon zijn zelfbruinende middelen toegestaan, maar men mag niet vergeten dat ze absoluut geen bescherming tegen de zon bieden.